Metejoor - Spookrijder

[Intro]
Am
(Wie bepaalt de richting?),
C
(Wie rijdt er tegen in?),
G
(Wie zit er nu fout? Zeg me wie het is).

[Verse 1]
Am C
Felle lichten komen mij tegemoet,
G
M’n handen trillen aan het stuur,
G
Wat moet ik doen?
Am C
Blijf ik zitten? Misschien verander jij je koers,
G
Ook al weet ik eigenlijk dit komt niet goed.

[Pre-Chorus]
F Am
We gingen toch dezelfde kant op,
G
Kunnen wij nu nog wel terug?
F Am
Ja, we gingen toch dezelfde kant op,
G
Oh, wat is er gebeurd?

[Chorus]
Dm Am
Wie bepaalt de richting? Wie rijdt er tegen in?
C G
Wie zit er nu fout? Zeg me wie het is,
Dm Am
Wie heeft de signalen en stopborden gemist?
C G
Wie zit er nu fout? Zeg me wie het is,
F Am
We draaien beide op voor de schade,
C G
Maar weten niet op wie we het moeten verhalen,
Dm Am
Wie bepaalt de richting? Wie rijdt er tegen in?
F G Am C G G
Zeg me wie van ons, de spookrijder is.

[Verse 2]
Am C
We gaan steeds sneller tot het haast niet sneller kan,
G
Maar als niemand van ons remt, wat doen wij dan?
Am C
Wie gaat ons redden? Is er iemand met een plan?
G
Of gaan we crashen op elkaar en was het dat?

[Pre-Chorus]
F Am
We gingen toch dezelfde kant op,
G
Kunnen wij nu nog wel terug?
F Am
Ja, we gingen toch dezelfde kant op,
G
Oh, wat is er gebeurd?

[Chorus]
Dm Am
Wie bepaalt de richting? Wie rijdt er tegen in?
C G
Wie zit er nu fout? Zeg me wie het is,
Dm Am
Wie heeft de signalen en stopborden gemist?
C G
Wie zit er nu fout? Zeg me wie het is,
F Am
We draaien beide op voor de schade,
C G
Maar weten niet op wie we het moeten verhalen,
Dm Am
Wie bepaalt de richting? Wie rijdt er tegen in?
F G Dm
Zeg me wie van ons, de spookrijder is.

[Bridge]
Am G
Als we beiden nu niet keren is het te laat,
Dm
De spookrijder is,
C G
Als we nu niet meer proberen is ’t gedaan.

[Chorus]
Dm Am
Wie bepaalt de richting? Wie rijdt er tegen in?
C G
Wie zit er nu fout? Zeg me wie het is,
Dm Am
Wie heeft de signalen en stopborden gemist?
C G
Wie zit er nu fout? Zeg me wie het is,
F Am
We draaien beide op voor de schade,
C G
Maar weten niet op wie we het moeten verhalen,
Dm Am
Wie bepaalt de richting? Wie rijdt er tegen in?
F G Am
Zeg me wie van ons, de spookrijder is. (de sppokrijder, de spookrijder is).